Het kan voorkomen dat als je de bedragen voor de btw in het btw-overzicht per kwartaal bekijkt en de bedragen optelt, er wat anders uit dan wanneer je het rapport per jaar bekijkt.
In het rapport voor de btw-aangifte worden de bedragen in je voordeel op hele Euro's afgerond. Als je verschillende lengtes van periodes bekijkt, kan er een verschil ontstaan door de afronding.
Voorbeeld:
Stel dat je bij rubriek 1a in de verschillende kwartalen telkens € 0,30 hebt, dan wordt het in het rapport per kwartaal afgerond naar € 0. Als je voor het hele jaar kijkt, heb je in totaal 4 x € 0,30 = € 1,20 en dat wordt dan in het jaaroverzicht afgerond naar € 1.
Het rapport voor de btw-aangifte kun je het beste bekijken voor de periodes waarover je ook daadwerkelijk aangifte doet. Op de balans kun je zien wat de niet-afgeronde totaalbedragen zijn.
Voor de btw-aangifte hoef je niet de normale regels voor afronden te gebruiken (tot € 0,49 naar beneden, vanaf € 0,50 naar boven), maar mag je in je voordeel afronden. Dat houdt in dat als het om een te betalen bedrag gaat (bijvoorbeeld rubriek 1a) je alles naar beneden mag afronden (€ 0,99 wordt € 0). En als het om een terug te krijgen bedrag gaat (rubriek 5b), mag je naar boven afronden (€ 0,01 wordt € 1). Daardoor kan het verschil als je het hele jaar vergelijkt met de vier kwartalen per rubriek 4 x € 0,99 zijn.